Ondersteuningsvragen van Turkse Nederlanders
Beleìdsrapport voor MEE Waalwìjk en Stìchtìng Prìsma
Geschreven door Marìska Bohlken (nu bekend als Mariska Langermans)
Ter afrondìng van de Master Chrìstendom en Islam
Aan de Faculteìt Theologìe en Relîgìestudìes Tìlburg
Eerste referent begeleìder professor doctor Frans Vosman
Tweede referent begeleider professor doctor Herman Beck
Tìlburg, Julì 2006
“Evim, Evim, Güzel Evim”.
Turks spreekwoord; vrij vertaald “oost, west, thuis best”. Letterlijk vertaald “mijn huis, mijn huis, mijn mooie huis”
Inleiding
De aanleiding tot het onderzoek:
Stichting Prisma, een zorginstellng voor mensen met een beperking, en MEE Waalwijk, een verwjzende instantie voor mensen met een beperking en onderdeel van MEE Brabant Noord, zijn beide actief in Waalwijk.
De grootste groep Nederlanders met een andere achtergrond in Waalwijk is de groep die oorspronkelijk afkomstig is uit Turkije.
Waalwijk heeft in 2006 in totaal 30.388 inwoners, waaan 3.174 niet-westers is. Het aantal mensen afkomstig uit Turkije is 1.563, daaa volgen mensen afkomstig uit Suriname, dat zijn er 350. Er wonen slechts 168 mensen afkomstig uit Marokko en 156 afkomstig van de Nederlandse Antilen”. Stichting Prisma en MEE Waalwijk wilen de mensen afkomstig uit Turkije graag bereiken en vragen zich af hoe ze dit aa moeten paken. Dit is de reden dat dit beleidsrapport geschreven wordt.
Het probleem is dat er weinig contacten zijn met de Turkse Nederlanders met een beperking.
De vooronderstellng bij dit probleem is dat er binnen de Turkse gemeenschap in Waalwijk mensen met een beperking zijn met een hulpvraag. Stichting Prisma en MEE Waalwijk krijgen echter weinig hulpvragen van mensen met een Turks Nederlandse achtergrond en vragen zich af waa dit door komt.
De doelstellng van het onderzoek:
De doelstellng van dit onderzoek is het beantwoorden van de vragen die ik me stel bij het probleem dat er is zoals beschreven bij de aanleiding. Welke hulpvragen heeft een persoon met een beperking of zijn of haa familie met een Turkse
achtergrond? Hoe kunen deze hulpvragen door MEE Waalwijk of Stichting Prisma beantwoord worden? Wat zijn de aadachtspunten waaee MEE Waalwijk en Stichting Prisma rekening dienen te houden? Hierbij denk ik bijvoorbeeld aa de religieuze en de culturele achtergrond van Turkse Nederlanders.
Daaaast wil ik onderzoeken wat de visie op zorg is van MEE Waalwijk, Stichting Prisma en Turkse Nederlanders. Door dit te onderzoeken en te analyseren, wil ik bekijken of de visie op hulpverlening aasluit op de visie van Turkse Nederlanders met betrekking tot omgang met een beperking.
De gehanteerde methode voor dit beleidsrapport is het onderzoeken van de hulpvragen van Turkse Nederlanders door middel van literatuur en het voeren van gesprekken. Dit betekent dat er geen representatief onderzoek is gedaan. Er is een snelle inventarisatie gemaak van de aadachtspunten, waait aabevelingen volgen. Dit wordt ook wel een “quick and dirty” scan genoemd.
Meer lezen? Download hier het artikel.